River Shannon / Lough Ree, Athlone tot Shannon Harbour (100 km - 6 dagen)

De Shannon mag best lang zijn, maar van stroming is er amper sprake. Je kunt de Shannon grotendeels in beide richtingen varen. Wij verwachten kuddes woonkruisers en andere motorschepen, maar het is muisstil. Blijkbaar is kruisen op de Ierse waterwegen uit de mode. De pensionado’s, vroeger de grote klanten voor die huurboten, kiezen nu voor een kampeerbus, waarmee zij op plekken ver van het water kunnen komen. Win-win, want wij genieten van de rust die hun afwezigheid brengt.

Na een 10-tal kilometers bereiken wij de marktstad Carrick on Shannon, onze eerste echte stad in Eire. Als Britten zijn wij bedwelmd van nostalgie – alles is zo kleinschalig en het 19-eeuwse stadscentrum is amper gemoderniseerd. De winkels zijn klein en zijn ook vaak nog familiebedrijven. Als wij de moderne auto’s wegdenken, zouden wij ons kunnen wanen in het Engeland van ons jeugd in de jaren ‘50. Geweldig!

Wij meren onze volgepakte boot aan de kade en zijn op ons hoede. Geoff blijft zitten terwijl Valerie gaat winkelen. Onder de Ierse jonge mannen is het kapsel “short back and sides” in de mode. Het doet mij denken aan de skinheads van de jaren ‘70 en die waren niet altijd vriendelijk. Twee zulke jongens stappen op mij af en stellen een lange reeks vragen. Mijn vooroordelen spelen op. Proberen ze mij af te leiden en denken ze onze spullen te jatten, of zijn ze echt in onze kanoreis geïnteresseerd? Geen van beide. Ze vervelen zich en zoeken afleiding terwijl ze op de bus moeten wachten. Na 20 minuten komt hun bus, ze stappen in, Valerie komt terug en Geoff ademt weer normaal.

Na Carrick varen wij richting het zuiden naar Jamestown en kamperen.

 

Na een uurtje stapt een vriendelijke Duitse dame uit haar opblaaskano. Ze woont al lang in Ierland en nodigt ons op de koffie bij haar thuis. Volgens haar is de stuw van Jamestown levensgevaarlijk, maar onder de stuw is een lange en mooie meander met licht wildwater. Ik wil daar varen, zodat ik de stuw zelf verken. Het is onbevaarbaar en heel moeilijk te overdragen. Toch verder via de Jamestown Canal, die de lange bocht afsnijdt. Via een reeks mooie meren komen wij in Roosky, een saai stad die wij snel voorbijvaren.

Kano’s mogen niet door de sluizen op de Shannon varen. Wij dragen drie keer over, twee keer voor Lough Ree en naast de grote brede stuw in de stad Athlone. Het kantoor van Waterways Ierland staat naast de sluis in Athlone en de ambtenaren houden de sluis goed in de gaten!

Voor slecht weer op 50 km-lang Lough Ree is ook gewaarschuwd, maar het is redelijk rustig en wij doen er twee dagen over. Met de weidse blik en motregen vinden wij het navigeren moeilijk – waar precies zijn wij? Wij varen liever precies want er zijn amper kampeerplekken en die willen wij vinden zonder te verdwalen.

 

Athlone is een grote stad en wij nemen een B&B om het rustig te kunnen bezoeken. De rustdag in Athlone was zeker de moeite waard. Er is grote drukte overdag in de oude binnenstad, en dat op een zondag. De oorzaak is de “Triathlone”. Onder hard gejoel van familie, vrienden en feestgangers zwemmen de triatleten in de Shannon (voor het evenement een halve dag afgesloten) voordat ze moeten fietsen en hardlopen door de binnenstad.

Wij nemen een biertje in een echte Irish Pub en bekijken de andere klanten, netjes uitgedost in hun beste zondagtenue. Dat zie je niet vaak in Nederland!

  

Gedurende onze laatste dag op de Shannon passeren wij de elektriciteitscentrale van Shannonbridge. Nederland denkt van het gas af te gaan om het milieu te sparen, maar deze centrale stookt nog turf! Tot onze verbazing ontdekken wij later dat de Ieren van plan zijn nog een turfcentrale te bouwen. Wij merken ook dat er 25-kg zakken steenkool te koop zijn in de supermarkten, bestemd voor de open haard thuis.

Wij denken “waarom doen wij thuis zo veel moeite, als ze hier nog zo 19e -eeuws doen.

Hun fijnstof waait toch onze kant op”.